31/10/2016 | Leestijd 4 minuten

‘Al te goed is buurmans gek’

Ondernemers laten zich soms meeslepen in veel te ver gaande service. Onderstaand geschil over een op zicht meegegeven fauteuil is een voorbeeld van veel te ver gaande service, met alle consequenties van dien.

‘Al te goed is buurmans gek’

Door Marjan Sponk

Consument Linnenbank krijgt een lederen fauteuil tegen borgsom (t.w.v. de koopprijs) op zicht mee naar huis. Zijn kat beschadigt echter de fauteuil, wat wordt gemeld aan ondernemer Zeeman en de aansprakelijkheidsverzekeraar van Linnenbank. Linnenbank wil liever een nieuwe fauteuil dan deze beschadigde met korting. Om de verzekeringsclaim snel afgewikkeld te krijgen, stelt Zeeman een schadebegroting op: retailprijs minus verwachte outletprijs, is € 200 schade. Eigenlijk, vindt Zeeman, had hij de volle verkoopprijs kunnen claimen, maar Linnenbank zou tenslotte een nieuwe kopen. Het bedrag van € 200 wordt na Zeemans maandenlange bemiddeling aan hem uitgekeerd. Ondertussen was Linnenbank van gedachten veranderd: hij wilde toch liever een fauteuil in wollen uitvoering. Deze heeft Zeeman niet in zijn assortiment, maar na enige moeite heeft hij die gevonden en naar de winkel laten komen. Linnenbank bedenkt zich weer: eigenlijk kan hij geen keus maken uit het assortiment van Zeeman. Hij wil zijn geld terug. Zeeman is het daarmee niet eens. Hij is wel bereid een tegoedbon af te geven, zodat hij de omzet in huis houdt, maar dat accepteert Linnenbank niet. Zo komt de zaak bij de Geschillencommissie Wonen.

Een deskundige is niet nodig, dus de commissie kan zich direct buigen over dit bijzondere probleem. Een zorgvuldige juridische analyse wijst uit dat er géén koopovereenkomst is. Er rust zelfs geen koopverplichting op de consument. Dit én het feit dat de ondernemer de door hemzelf gespecificeerde schade vergoed heeft gekregen, maakt dat de ondernemer de borgsom aan de consument terug moet betalen. Zeeman had het schadebedrag bewust laag gehouden, omdat hij er vanuit ging dat er een nieuwe fauteuil gekocht zou worden. En omdat hij niet te veel kwijt wilde over zijn bedrijfsvoering. Maar dat is Zeemans eigen keuze geweest. De commissie vindt verder de bewering van Zeeman dat de schade eigenlijk de volle verkoopprijs is niet overtuigend, omdat hij dat niet goed kan uitleggen.

 

Tips & weetjes:

  • Er zitten dus risico’s aan het op zicht meegeven van producten, zo blijkt. Beter is om een zichtovereenkomst op te stellen, met een afnameverplichting wanneer er beschadigingen zijn. Je kunt dan altijd nog met de klant afspreken dat je repareert tegen vergoeding van (gereduceerde?) kosten.
  • Ook voor het vervolg van deze kwestie was de zaak nog niet verloren. Maar dan is het wel belangrijk dat afspraken (zoals een afnameverplichting voor een bepaald bedrag) schriftelijk overeengekomen worden. Een vette worst die voorgehouden wordt is juridisch niet voldoende!
  • Wanneer je verder gaat dan je eigenlijk zou moeten door het uitvoeren van meerdere reparaties, is het belangrijk dat je kunt aantonen dat de aanpassingen niet zijn gedaan omdat dit vaktechnisch noodzakelijk is, maar omdat dit met de consument (feitelijk tegen jouw advies) is afgesproken, als service. Vastleggen dus!

Marjan Spronk is beleidsadviseur consumentenzaken bij INretail. Zij houdt zich bezig met nieuwe consumentenwetgeving (lobby en voorlichting leden), de inhoud van algemene voorwaarden en CBW-erkend-garanties en onderhoudt de contacten met de Geschillencommissie.